Windmolens binnen 12-mijlszone onderzocht

De overheid onderzoekt of het mogelijk is om windmolenparken binnen de 12-mijlszone te gaan bouwen. De bouw hiervan zou goedkoper kunnen uitvallen dan de bestaande windmolenparken buiten deze zone, omdat wordt bespaard op de aanlegkosten van de hoogspanningskabel naar het vasteland.

Op basis van een in juni 2013 uitgevoerde quickscan heeft de overheid een aantal gebieden vastgesteld die mogelijk geschikt zijn voor windmolenparken dicht op de kust. Bij de quickscan is de complete 12-mijlszone voor de Nederlandse kust beoordeeld op de volgende aspecten:

Mogelijke locaties windmolens binnen 12-mijlszone

Quickscan windmolens op zee binnen 12-mijlszone

  • Vrije scheepvaart naar en vanuit havens mag niet worden belemmerd.
  • De afstand tot scheepvaartroutes.
  • De bodemstructuur.
  • Gebieden waar de toegang verboden is in verband met natuurbescherming.
  • Een ruimte van 3 mijl uit de kust wordt vrijgehouden voor trekvogels die op de kust navigeren.

Mogelijke locaties nieuwe windmolens binnen 12-mijlszone

Op basis van deze quickscan worden de mogelijkheden voor windmolens op zee op de volgende locaties nader onderzocht:

  • Voor de kust van Noord-Holland boven het Noordzeekanaal.
  • Voor een deel van de kust van Noord-Holland onder het Noordzeekanaal en de kust van Zuid-Holland.
  • Op de Maasvlakte.
  • Voor Zeeland.
  • Ten noorden van Ameland.

Voor deze gebieden is een inschatting gemaakt van de kosten van de bouw van windparken en de aansluiting op het elektriciteitsnet op het land. Ook zijn natuurwaarden in beeld gebracht en zijn de effecten op een aantal nationale belangen, zoals de olie- en gaswinning, maar ook zandwinning en defensie, onderzocht.

In het vervolgtraject wordt ook een preciezere inschatting gemaakt van de kosten van de bouw van de windparken en wordt gekeken naar wat de extra kosten voor zandwinning zijn en of aanvullende maatregelen voor andere functies van de gebieden mogelijk zijn. Daarnaast wordt in kaart gebracht worden wat de effecten zijn op ruimtelijke kwaliteit en recreatie en welke eventuele andere belangen spelen. Daartoe wil de overheid overleggen met alle betrokkenen, zoals overheden en maatschappelijke organisaties.